Praktische adviezen

Praktische adviezen

Mensen met longkanker hebben je steun nodig, niet je oordeel. Ontdek hieronder welke praktische adviezen kunnen helpen bij het steunen van mensen met longkanker tijdens hun traject naar genezing.

1 – Let op met je eigen oordeel.  

Roken is een grote oorzaak van heel wat soorten van longkanker. Maar onthoud dat het niet de enige oorzaak is.  Niemand heeft er ooit voor gekozen om longkanker te krijgen. Wat gebeurd is, is gebeurd. Focus niet op wat voorbij is, maar kijk naar de toekomst en wat er daar nog allemaal mogelijk is. Geef aandacht aan het verwerkingsproces en de steun die nodig is tijdens de behandelingen.

2 – Betrek de patiënt bij leuke activiteiten.

Laat de beslissing om in te gaan op
uitnodigingen over aan de persoon met longkanker. Hij/zij kan het beste bepalen wat haalbaar is en waar hij of zij interesse in heeft. Het is belangrijk om de persoon actief te betrekken bij de keuze van activiteiten dus aarzel niet om mensen met longkanker en hun naasten verder uit te nodigen op feesten, activiteiten, …

3 – Houd samen met de patiënt een dagboek bij.

Tijdens de diagnosefase komt er als persoon met longkanker veel informatie op je af. Het verwerken van al deze informatie tijdens deze emotionele periode kan bijna onmogelijk lijken. Tijdens de behandeling gebeurt er ook veel. Het bijhouden van al deze informatie in een praktisch dagboek kan van onschatbare waarde zijn. Een eenvoudig schriftje is al voldoende om hiermee te starten.

4 – Informeer je kinderen en kleinkinderen.

De tijd die verstrijkt, kunnen we nooit terugdraaien. Het is belangrijk om je kinderen en kleinkinderen direct op de hoogte te stellen. Op die manier worden ze een deel van je ondersteuningssysteem en kunnen ze bewustwording en acceptatie ontwikkelen. Er zijn tal van hulpmiddelen beschikbaar, zoals boekjes, om met jonge kinderen over dit onderwerp te praten.

5 – Minimaliseer de klachten niet!

De klachten als gevolg van behandelingen variëren sterk van persoon tot persoon. Iedereen heeft zijn of haar eigen perceptie en tolerantie voor specifieke klachten. Wat voor de ene persoon als een draaglijke pijn wordt ervaren, kan voor een andere persoon ondraaglijk zijn. Dus wanneer de persoon met longkanker aangeeft ergens last van te hebben, is dat ook daadwerkelijk het geval. Het is belangrijk om geen oordeel te vellen over de ervaringen van de patiënt.

6 – Laat de patiënt zich nuttig voelen.

Zelfs als de persoon met longkanker beperkt is in zijn of haar mogelijkheden, is het belangrijk om te onderzoeken welke taken nog steeds haalbaar zijn. Laat de beslissing over aan de persoon met longkanker en ontneem deze niet. Het kan zijn dat je bepaalde dingen wilt doen om hem/haar te ontzien, maar dit kan het gevoel van nuttigheid verminderen. Kijk naar welke zinvolle activiteiten nog mogelijk zijn, zoals: tuinieren, koken, het ophalen van de (klein)kinderen, …

Door de persoon met longkanker de ruimte te geven om actief deel te nemen aan deze activiteiten, kan hij of zij zich waardevol en betrokken blijven voelen.

7 – Zoek steun bij lotgenoten.

Zelfs als de omgeving van de persoon met longkanker zich volledig inspant en hij/zij uitstekende ondersteuning krijgt van het zorgteam, kan het zeer verrijkend zijn om contact te zoeken met lotgenoten. Elke ziekte en behandeling is uniek, maar er zijn ook veel overeenkomsten. Via patiënten-verenigingen zoals PROLONG VZW kan men in contact komen met mensen die vergelijkbare ervaringen hebben. Uit hun verhalen kunnen patiënten en hun naasten vaak veel moed en waardevolle informatie putten.

Het delen van ervaringen met mensen die in dezelfde situatie zitten of hebben gezeten, kan een bron van steun en begrip zijn tijdens hun traject van longkanker en longvlieskanker.

8 – Verdeel je energie evenwichtig.

Er zijn activiteiten die de persoon met longkanker energie kosten en er zijn activiteiten die hem/haar juist energie opleveren. Breng deze beide in balans en richt je op de activiteiten die hem/haar energie geven. Een aangename wandeling kan bijvoorbeeld veel belangrijker blijken te zijn dan het strijken van de wasmand.

Bovendien zijn er vaak goede ondersteunende oplossingen beschikbaar voor een persoon met longkanker en zijn/haar naaste om het huishouden draaiende te houden zonder kostbare energie te verspillen. Aarzel niet om op tijd extra hulp in te schakelen via de sociale dienst van het ziekenhuis of mutualiteit, zodat jij en de patiënt zich kunnen richten op wat echt belangrijk is voor het welzijn van beiden.

9 – Bied concrete hulp aan. 

Wanneer je iemand wilt helpen met praktische zaken, stel je best concrete zaken voor. Een vage opmerking zoals “Als ik je ergens bij kan helpen, laat het me dan weten.” plaatst de verantwoordelijkheid bij de persoon met longkanker en kan onzekerheid veroorzaken. Kijk welke concrete hulp je kunt aanbieden die waardevol is voor de patiënt. Bijvoorbeeld: “Elke week ga ik op maandag naar de supermarkt. Ik kan ook gemakkelijk boodschappen voor je meenemen.”
“Ik bereid wekelijks een paar maaltijden voor ons gezin. Ik kan eenvoudig extra porties maken die je kunt invriezen.” Door specifieke hulp aan te bieden, maak je het voor de persoon met longkanker makkelijker om jouw ondersteuning te aanvaarden en zich meer gesteund te voelen.

Bovendien zijn er vaak goede ondersteunende oplossingen beschikbaar voor een persoon met longkanker en zijn/haar naaste om het huishouden draaiende te houden zonder kostbare energie te verspillen. Aarzel niet om op tijd extra hulp in te schakelen via de sociale dienst van het ziekenhuis of mutualiteit, zodat jij en de patiënt zich kunnen richten op wat echt belangrijk is voor het welzijn van beiden.

10 – Blijf vragen hoe het gaat met de patiënt en zijn/haar naaste.

Zelfs als het lijkt alsof alles goed gaat, is de oprechte vraag “Hoe gaat het met je?” echt van belang. Laat de persoon met longkanker weten dat je er voor hem/haar bent en aan hem/haar denkt. Stel deze vraag niet enkel aan de patiënt, maar ook aan zijn/haar naaste. Deze vraag kan soms breed en vaag lijken, dus aarzel niet om meer concrete vragen te stellen, zoals “Hoe verloopt je behandeling?” of “Hoe gaat het met de klachten?”. Zelfs als het lijkt alsof alles goed gaat, is de oprechte vraag “Hoe gaat het met je?” echt van belang. Laat de persoon met longkanker weten dat je er voor hem/haar bent en aan hem/haar denkt. Stel deze vraag niet enkel aan de patiënt, maar ook aan zijn/haar naaste.

Deze vraag kan soms breed en vaag lijken, dus aarzel niet om meer concrete vragen te stellen, zoals “Hoe verloopt je behandeling?” of “Hoe gaat het met de klachten?”. Wees niet ontmoedigd als je niet meteen of zelfs helemaal geen antwoord krijgt op je bericht. Als patiënt heb je soms andere zorgen aan je hoofd, of je hebt eenvoudigweg de energie niet om te reageren. Het is belangrijk te weten dat je bericht is ontvangen en zeker wordt gewaardeerd. Het laat zien dat je er bent om te steunen en betrokken bent bij hun welzijn.

11 – Durf te praten over je eigen gevoelens.

Het is volkomen normaal dat je als naaste van iemand met kanker, te maken krijgt met onzekerheid en een breed scala aan emoties. De persoon met longkanker ervaart deze gevoelens ook, maar door ze niet te delen, kan het een extra last worden. Wees open en praat vanuit jouw eigen perspectief (ik-vorm). Jullie leven beiden met de uitdaging van kanker. Het is belangrijk om te onthouden dat de ziekte de schuldige is, niet de patiënt zelf. De ziekte leidt tot ontreddering, niet alleen de houding van de patiënt.