Longkanker bij vrouwen: een ander verhaal dan bij mannen
Een onderwerp waar online veel op wordt gezocht
Longkanker wordt vaak gezien als een “mannelijke ziekte”, maar dat beeld klopt niet meer. Het aantal vrouwen met longkanker stijgt, terwijl het risico bij mannen juist afneemt. In 1990 hadden mannen nog 5,5 keer meer kans op longkanker dan vrouwen, maar in 2024 was dit verschil vrijwel verdwenen. Dit maakt het belangrijk om te begrijpen dat longkanker bij vrouwen anders kan verlopen dan bij mannen.
Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat dit niet alleen te maken heeft met rookgedrag, maar ook met biologische verschillen die invloed hebben op het ontstaan, het verloop en de behandeling van de ziekte.
Waarom vrouwen anders worden getroffen
Stijgende aantallen diagnoses
Hoewel longkanker bij mannen afneemt, stijgt het aantal gevallen bij vrouwen. Een verklaring kan zijn dat meer vrouwen zijn gaan roken dan 20 jaar geleden.
Biologische verschillen: meer dan alleen roken
Type longkanker
Vrouwen krijgen vaker adenocarcinomen, een subtype van niet-kleincellige longkanker (NSCLC). Dit type ontstaat meestal in de buitenste delen van de long en komt vaker voor bij mensen die niet gerookt hebben. Daarom krijgen relatief meer vrouwen longkanker zonder ooit te hebben gerookt.
Hormonale invloeden
Oestrogeen, het vrouwelijke geslachtshormoon, speelt een actieve rol in longcellen en kan ook tumorcellen beïnvloeden.
- Oestrogeenreceptoren in de longen: aanwezig in normaal en kwaadaardig weefsel.
- Carcinogene effecten: oestrogeen kan in combinatie met tabaksrook bijdragen aan het ontstaan van kanker.
- Hormonale status: premenopauzale vrouwen hebben vaak agressievere tumoren en slechtere prognoses dan postmenopauzale vrouwen of mannen.
Hormoonvervangende therapie (HRT)
Sommige studies suggereren een licht verhoogd risico op longkanker bij vrouwen die HRT gebruiken, maar de resultaten zijn niet eenduidig. Het belang van persoonlijke afweging is hier groot. Spreek erover met uw arts.
Genetische mutaties: vrouwen hebben vaker specifieke patronen
Bij vrouwen komen bepaalde genmutaties vaker voor:
- EGFR-mutaties: vaker bij vrouwen en niet-rokers. Reageren goed op gerichte therapieën (tyrosinekinaseremmers).
- ALK-herschikkingen: ook vaker bij jongere, niet-rokende vrouwen. Goed behandelbaar met ALK-remmers.
- KRAS-mutaties: komen bij adenocarcinomen voor; recent zijn er nu ook gerichte behandelingen. Deze zijn (nog) niet terugbetaald in België. Dus voorlopig enkel beschikbaar via studies.
Door deze mutaties te testen, kunnen artsen persoonlijke behandelingen inzetten die effectiever zijn.
Respons op behandeling
- Chemotherapie: vrouwen reageren soms anders dan mannen en hebben vaker specifieke bijwerkingen.
- Immunotherapie: mannen lijken soms beter te reageren, mogelijk door hormonale verschillen, maar dit is niet altijd consistent.
- Gerichte therapieën: effect hangt af van de aanwezigheid van mutaties. Omdat vrouwen vaker bepaalde mutaties hebben, profiteren zij relatief vaak van deze behandelingen.
Risicofactoren bij vrouwen
- Roken: vrouwen zijn mogelijk gevoeliger voor de schadelijke effecten van tabaksrook.
- Passief roken: historisch vaker blootstelling in huiselijke omgevingen.
- Beroepsmatige blootstelling: verschillen in werk kunnen risico’s beïnvloeden, zoals contact met asbest of radon.
- Familiegeschiedenis: kan het risico verhogen.
Vroegdiagnostiek en preventie
- Symptomen herkennen: aanhoudende hoest, kortademigheid, pijn op de borst of vermoeidheid.
- Screening: low-dose CT-screening voor hoogrisicogroepen kan longkanker vroeg opsporen. Dit wordt momenteel onderzocht met de ZORALC studie. En is (nog) niet van toepassing in België.
- Rookstop: de beste preventie blijft niet-roken of stoppen met roken.
Psychosociale aspecten
- Bijwerkingen: vrouwen ervaren vaak andere of hevigere bijwerkingen van behandelingen.
- Angst en coping: vrouwen rapporteren vaker angst of depressie en hebben specifieke psychosociale ondersteuningsbehoeften.
- Stigma: longkanker wordt soms nog steeds gezien als “zelfveroorzaakt”, wat vrouwen extra kan raken.
De toekomst: precisietherapie en personalisatie
De toekomst van longkankerbehandeling ligt in persoonlijke zorg:
- Behandelingen op maat van tumorbiologie, geslacht en hormonale status
- Onderzoek naar anti-oestrogene therapieën bij oestrogeenreceptor-positieve tumoren
- Meer genderspecifiek onderzoek om optimale behandelingen en richtlijnen voor vrouwen te ontwikkelen
Door longkanker bij vrouwen te erkennen als een anders klinisch fenomeen, kunnen zorg en overleving verbeterd worden.
Tot slot
Longkanker bij vrouwen is niet hetzelfde als bij mannen. Hormonale invloeden, genetische mutaties, immuunrespons en behandelingservaringen maken het een unieke ziekte. Met stijgende aantallen diagnoses en hogere sterfte is bewustwording, vroegdiagnose en gepersonaliseerde behandeling essentieel om de zorg voor vrouwen te verbeteren.
💡 Tip: Vrouwen die luchtwegklachten hebben of in risicogroepen vallen, moeten alert zijn op symptomen en bij aanhoudende symptomen hun arts contacteren.