Mijn Verhaal Alex

'Ondanks het type kanker, is mijn situatie behoorlijk gunstig. Daardoor sta ik positief in het leven'

Als bij toeval kwam Alex Vervoort (76) begin vorig jaar te weten dat hij longvlieskanker had. De kanker werd in een beginstadium vastgesteld en de behandeling sloeg meteen aan. 'Fysiek heb ik weinig klachten, maar mentaal is het een serieuze opdoffer', zegt Alex. 'Toch is het hoopvol te weten dat er mensen zijn die nog vele jaren goed kunnen leven met asbestkanker'.

Een vrijdagavond in januari van vorig jaar: Alex had telefoon gekregen van zijn huisarts om langs te komen op haar kabinet. 'Hebt u ooit met asbest gewerkt', was de eerste vraag van de arts toen Alex plaatsnam. 'Onmiddellijk wist ik hoe laat het was', vertelt Alex. 'Ik had longvlieskanker. Een diagnose die helemaal uit het niets kwam, want ik had geen symptomen. 

Enkele maanden ervoor was ik naar de huisarts geweest omdat ik al een tijd last had in mijn schouder en de pijn niet wegging. Een echografie stelde me gerust dat het om een zware verrekking of een spierscheurtje ging die ik opgelopen had bij een verkeerde beweging. Maar tijdens datzelfde onderzoek merkte de radioloog iets op tussen de ribben. Een bloedcyste dacht hij. Er werd een bijkomende scan gedaan. Daarop waren duidelijk drie tumoren te zien. Als je dat nieuws krijgt, ben je even sprakeloos.'

Asbest

'Had ik ooit met asbest gewerkt? Niet rechtstreeks, maar ik was er vroeger op het werk zeker mee in aanraking gekomen. In 1972 ging ik als elektricien aan de slag in een elektriciteitscentrale. Het isolatiemateriaal dat zich rond de turbines bevond, bevatte asbest. Dat kon op zich geen kwaad. Maar ik herinnerde me dat bij nazicht van die turbines, dat isolatiemateriaal verwijderd werd. De grote hoeveelheid stof die daarbij vrijkwam, vloog gewoon rond in de fabriekshal. Ik ben er bijna zeker van dat het toen en daar moet geweest zijn dat ik de ziekte heb opgelopen. Ik vernam ook dat ik niet de enige oud-werknemer was met longvlieskanker. Van mijn vroegere collega's blijken er al enkele overleden te zijn aan asbestkanker. 

Toch heb ik nooit boosheid ervaren. Dat zou me ook geen stap verder helpen. Ik ben ervan overtuigd dat het bedrijf waar ik werkte zich op dat moment niet bewust was van de gevaren.'

'Bij de diagnose had ik geen symptomen. De pijn in mijn schouder had niets met mijn longvlieskanker te maken. Ondertussen ben ik anderhalf jaar verder en nog steeds heb ik weinig klachten. Na de ontdekking van de tumoren, onderging ik heel wat onderzoeken en scans. De longvlieskanker werd in een heel vroeg stadium vastgesteld. Toch was het verdikt zwaar. Tot op de dag van vandaag is de ziekte niet te genezen. De evolutie van de kanker kan wel vertraagd worden door chemotherapie. Daarnaast stapte ik ook in een studie met twee bijhorende immunobehandelingen. De chemotherapie zit er ondertussen al op. Die sloeg meteen aan. De twee andere therapieën die ik krijg in het kader van het onderzoek lopen nog enkele maanden. Maar de vaststellingen zijn positief: twee tumoren zijn verdwenen, de derde is verkleind. Ik heb ook weinig bijwerkingen van de behandeling: ik heb wat last van een droge mond en mijn eten smaakt me wat minder, maar verder mag ik niet klagen. 

Ook fysiek gaat het goed. Ik hoest niet, ben niet buiten adem als ik de trap opga.'
Maar hoewel het fysiek redelijk goed gaat, is het mentaal toch een zware opdoffer. Als ik 's morgens wakker word, flitst die kanker al de eerste seconde door mijn gedachten.

Mensen zeggen altijd: "Je moet daar niet aan denken", maar dat gaat niet. De ziekte is er altijd. Dat betekent niet dat ik voortdurend zwarte gedachten heb of me suf pieker. Doordat mijn kanker in een vroeg stadium is ontdekt en de behandeling goed haar werk doet, is mijn situatie behoorlijk gunstig. Dat besef ik en het zorgt ervoor dat ik toch nog enigszins positief in het leven sta. Maar de ene dag is de andere niet en ik kan wel eens last hebben van vermoeidheid en lusteloosheid. Dan lukt het gewoon even niet. Ik probeer daartegen te vechten, maar meestal verlies ik de strijd en beland ik dan voor de rest van de dag in de zetel. Gelukkig gaat het de volgende ochtend meestal weer beter.'

Prolong

'Niet alleen beheerst die kanker mijn denken. De ziekte zet ook een rem op mijn leven. Doordat ik nog weinig smaak heb, is het een beetje gek om nog geld uit te geven aan restaurantbezoeken. Hoewel mijn vrouw en ik graag reisden, lukt ook dat niet meer. We gaan van scan naar scan. Daarnaast zijn er ook nog heel wat andere onderzoeken en consultaties. Er is gewoon geen tijd om er even tussenuit te gaan. Ontspannen doe ik in mijn tuin. Daar kan ik mijn gedachten verzetten. Misschien wordt ons leven weer wat normaler als alle behandelingen achter de rug zijn.'

'Toch wil ik niet te veel klagen. Ik besef dat ik met het type kanker dat ik heb er redelijk goed voorsta. Als ik andere positieve verhalen hoor, kan ik me daar echt aan optrekken. Het is hoopvol te weten dat er mensen zijn die al acht jaar goed leven met longvlieskanker. Ze zijn in de minderheid, maar ze bestaan en onder meer via Prolong ken ik ze ondertussen. Lotgenotencontact is voor mij erg waardevol. Ik wil van de anderen graag weten wat hun ervaringen zijn, hoe de ziekte bij hen verloopt. Zo kom ik te weten wat me misschien nog te wachten staat.

Ik zoek ook veel op in medische boeken en op het internet. Die informatie boezemt me geen angst in. Ik wil graag begrijpen wat er in mijn lichaam gebeurt.
Ik probeer mijn ziekte te aanvaarden. Dat is niet altijd gemakkelijk, omdat ik er zelf geen schuld aan heb. Maar er is nu eenmaal een dag van komen en een dag van gaan. Ik ben daar heel nuchter in.'

Heb je eventuele reacties over dit artikel?